Woensdag 28 december 2011
Via de Pirates Bay lookout komen we aan op de Tasman Peninsula, of gewoon Tasman voor de Australische vrienden. Tasmanië moet het vooral hebben van zijn natuuraspecten, maar voor een cultureel bezoek aan de gevangenis van Port Arthur maken we graag tijd. Via de zeer smalle doorgang aan Eaglehawk neck en wat bezienswaardigheden onderweg (Blowholes, Tasman Arch en Devils kitchen) komen we aan op de indrukwekkende gevangenissite. Het is een idyllische plek, gelegen aan een baai omringd door mooie tuinen. Het lijkt wel een droom om hier als gevangene je straf te hebben mogen uitzitten. Dat niets minder waar is, komen we hier te weten aan de hand van een zeer goede introductie van de gids en daarna een zelfbegeleide tour doorheen de gerestaureerde gebouwen.
Port Arthur werd gebruikt als gevangenis midden de jaren 1800 voor ‘career convicts’, oftewel gevangen die niet aan hun proefstuk waren. De meesten kwamen uit Engeland, om daar de overbevolking in hun gevangenissen tegen te gaan. De lange reis van Engeland naar dit afgelegen stukje Australië eiste vaak wel slachtoffers onderweg en eens aangekomen werden ze onmiddellijk in een cel opgesloten. Port Arthur bleek de ideale plek voor een gevangenis, want overal rondom het schiereiland ligt er water. Aangezien de meesten in die tijd niet konden zwemmen en er blaasjes wijsgemaakt werden dat de wateren vol haaien zaten, was de enige mogelijkheid te ontsnappen via het ene kleine stukje landengte aan Eaglehawk neck. je kon maar beter hard kunnen lopen, want deze doorgang van max 100 meter breed werd goed bewaakt door honden en personeel met geschut.
Uiteindelijk groeide de gevangenissite uit tot een volledig dorpje, aangezien de soldaten en wachters hier met hun hele familie leefden. We kunnen zelfs nu nog een aantal kleine huisjes en een kerk bezoeken.
De ‘solitary prison’ wekt echter de grootste indruk bij ons op. Als een soort experiment om de gevangenen over hun leven te laten nadenken, waren ze 23 uur per dag opgesloten en mochten niet praten, fluisteren, zingen of neuriën. Zelfs tijdens het uurtje dat ze buiten mochten, moesten ze een muts dragen waar enkel hun ogen zichtbaar waren. Dat er veel van hier rechtstreeks naar het zottenhuis ernaast belandden is niet te verwonderen.
Gelukkig waren we daar niet op 28april 1996, wanneer een zotgedraaide schutter hier ineens een slachtpartij aanrichtte met 35doden en heel wat gewonden tot gevolg. Dit deed ons direkt terugdenken aan de vreselijke gebeurtenissen op het eiland Utoya in Noorwegen…
Ons toegangsticket geeft ook toegang tot een boottocht in de baai van Port Arthur waarbij we langs Isle of the Dead (het kerkhof waar de gevangenen begraven werden) en Point Puer passeren. Dit laatste is de plek waar de minderjarige jongens opgesloten werden (de jongste was hier 9jaar!). Ze werden bewust apart gehouden van het grote geschut in de hoop dat er toch nog iets goed van hen zou kunnen gemaakt worden.
Genoeg cultuur opgesnoven voor vandaag, dus wordt het weer eens tijd om de natuur te bewonderen. Op het menu staat Remarkable Cave, een grote grot waar de zee zich een weg doorheen gebaand heeft. Het is zeer indrukwekkend wanneer er grote golven door de grot komen en opbeuken tegen het keienstrand waar we staan te kijken.
Tot slot van de dag maken we nog een omweg naar de opnieuw culturele ‘Convict Coal Mines’. Dit zijn koolstofmijnen die uitgegraven werden door de gevangenen. Geheel niet onder de indruk van deze laatste stop keren we terug naar onze restarea.
Donderdag 29 december 2011
We hebben voor Tasmanië-gewoonte al super goed weer gehad, maar spijtig genoeg is het zonnetje vandaag niet van de partij. We plannen onze dag dan maar anders in dan we voorzien hadden en vinden in Hobart een binnenzwembad met sauna, stoombad en broebelbaden. Oh, dit is genieten. 4 uur lang liggen we te weken tot we ons vel bijna kunnen afpellen en komen daarna terug buiten onder een zalig stralend zonnetje, komt dat mooi uit.
Aan de feestvreugde van Kerstmis en Nieuwjaar hadden we nog niet te veel tijd gespendeerd, dus daar moeten we verandering in brengen. Elk gewapend met 10 dollar gaan we de supermarkt binnen op zoek naar eindejaarskadootjes voor elkaar. Het lukt ons wonderwel om elkaar in de winkel te ontwijken en geheim te houden wat we nu precies gekocht hebben. Bij het avondeten was het dan -uitpakken-die-kadootjes tijd!
Van David krijg ik een doos Boucheekes (effenaf Belgische chocolade!) samen met een Nieuwjaarskaart. Ik slaag er zelfs in om hem 4 kadootjes te kopen voor de 10 dollar. Zo krijgt hij een doos chocopops, een doos met koekskes, oreo chocolade koekjes en een fles spuitwater. Ge ziet, hier zijn we content met weinig 😉 Die dingen kopen we anders nooit in de winkel aangezien ze of te duur zijn of we het niet nodig vinden om te kopen.
Vrijdag 30 december 2011
Ik zing een vrolijk lied. De zon schijnt, zie je niet? Wat een heerlijk gevoel, al die zon zon op je smoel. Met dit mooie weer kunnen we weer verder en volgen de ‘Huon scenic route’ naar het zuiden van Tasmanië. Onderweg komen we talrijke fruitplantages tegen van kersen, frambozen, appelen, peren, nectarinen,… Aangezien het volop kersentijd is, kunnen we het niet laten en kopen een halve kilo kersen aan een kraampje die we ons goed laten smaken.
Tasmanië is groter dan de meeste mensen denken, want met zijn 68.000 vierkante kilometer is het meer dan 2 keer zo groot als België. Als je dan ook nog eens weet dat 1/5 van het grondgebied behoort tot werelderfgoed, dan moet hier toch wel iets te zien zijn. En jawel hoor, het zuidwesten van Tasmanië is 1 groot oerwoud van bossen die ondergebracht zijn in verschillende nationale parken. Zo ver je kan zien (tja, als je boven de boomtoppen geraakt), zijn er bomen, bomen en nog eens bomen te zien. We kunnen van een dergelijk zicht genieten aan de Waratah Lookout in het Mount Hartz National Park. We maken er ook nog een wandelingetje naar de Arve waterval, maar dit valt wat tegen.
We springen terug in de wagen en zetten koers naar het meest zuidelijke punt van Tasmanië, tis te zeggen het meeste zuidelijke punt dat met de wagen te bereiken is. In het Nationale park Southern Forest zoeken we ons een goed kampingplekje aan Cockle Creek.