Zaterdag 17 maart 2012
Wanneer de ferry het noordereiland verlaat, krijg je al onmiddellijk in de verte het silhouet van het zuidereiland te zien. De zee is rustig en het is uitstekend weer, we kunnen dus echt genieten van deze mooie overtocht. Deze reis is niet enkel nuttig om van Noord naar Zuid te geraken maar is op zich al een rit waard voor de mooie uitzichten. Na een goeie 3 uur komen we aan in Picton, waar we via de ‘Queen Charlotte Sound’-route langs de kust rijden. We hebben de indruk dat het hier nog meer bochtenwerk is dan in het Noorden, dus we houden ons al vast. Overal waar we kijken zien we berglandschappen, groene heuvels en water. We besluiten om te gaan overnachten op een gratis camping langs het strand waar we een mooie zonsondergang te zien krijgen over de baai.
Zondag 18 maart 2012
In Nelson brengen we een bezoekje aan het ‘visitor center’ waar we enkele goeie tips krijgen om de volgende dagen te vullen. Aangezien het een beetje slecht weer is, twijfelen we eerst nog of we de trip naar ‘Farewell Spit‘ nog zouden doen, want het is toch al een heel eind rijden en we moeten langs dezelfde weg terug. De man van het ‘visitor centre’ voorspelt dat het beter weer wordt, dus we wagen het erop.
Na een lange rit door de bergen nemen we de afslag naar ‘Harwood Forest’ of misschien beter bekend als ‘Chetwood forest’ bij de ‘Lord of the Rings’-fans. Een bordje aan het begin van de 11 kilometer lange gravelweg zegt ons dat die niet geschikt is voor campervans en trailers, maar gezien die mannen van de filmploeg hier ook zijn doorgereden met hun trailers negeren we het bordje en slaan toch af.
We wandelen door een ‘sprookjesbos’, overal mossen op de stammen en een mystieke rustgevende sfeer. De granieten rotsen, die overal verspreid liggen, maken het sprookjesachtig geheel helemaal af. We zien zo Gandalf, Legolas, Frodo, Sam en Pippin ronddolen. We wandelen tot aan de ‘Harwood Hole’, waar we een groot gat in de grond te zien krijgen met een diepte van 167 meter. David klimt tot aan de rand maar kan de bodem niet zien. Ik blijf mooi op een afstand en ben toch blij als David terug op vastere grond naast mij staat.
Na deze leuke wandeling rijden we een heel stuk door naar het Noorden tot even voor de ‘Farewell Spit’ waar we een mooie gratis kampeerplek vinden aan de zee voor de nacht. Het ziet er naar uit dat we hier vele mooie ‘wildkampeer’ plekjes zullen vinden…
Maandag 19 maart 2012
De ‘Farewell Spit’ ligt aan het Noordelijkste puntje van Zuid-Nieuw-Zeeland – ze zijn hier al even erg als in Australië – en bestaat uit een hele grote zandstrook. Om deze te verkennen moet je een tour boeken wat we niet doen, aangezien het ons een beetje te veel doet denken aan Fraser Island. We proberen daarentegen wel zoveel mogelijk van dit stukje land te zien via verschillende uitzichtpunten. Onze eerste stop is aan het ‘visitor centre’ met bijhorend cafeetje. Hier kan je heel wat informatie terugvinden over de streek, de verschillende vogels en geschiedenis van de grote zandduinen. Ze hebben er ook een grote verrekijker staan waarmee je de hele zandregio kan afspeuren. Echt schitterend om zien.
De volgende stop maken we aan ‘Cape Farewell‘, waar we een wandeling op de bergtoppen maken door de schapen- en koeienwei. We zijn hier vooral voor de mooie zichten maar als we niet opletten waar we onze voeten zetten, dan zou er wel eens een onaangename verrassing kunnen aanplakken…
Een derde uitstap vandaag is naar ‘Wharariki beach’. Via een klein wandelingetje komen we aan op een strand met hoge zandduinen. Eenmaal op het strand gaan we op zoek naar de attractie waarvoor we gekomen zijn: zeehonden. Eerst vinden we er geen, maar wanneer we aanstalten maken om terug te keren, zien we opeens iets bewegen bovenop de rotsen. We hebben geluk want de zee trekt weg en snel zitten de zeehonden heel dicht bij ons. Om hun natuurlijke omgeving niet te verstoren blijven we op een veilige afstand en slaan ze stilletjes gade vanop een 10tal meter. Het is heel leuk om een aantal jongskes te zien spelen in de golven en ze te zien meeglijden op het ritme van de zee.
Welgezind keren we terug om dan nog een wandeling te maken naar de top van Pillar Point. Een hele saaie tocht via een onderhoudsweg brengt ons geleidelijk aan naar omhoog. Gelukkig maakt het uitzicht veel goed want we hebben een prachtig zicht over de hele zandstrook van de Farewell Spit. We moeten wel toegeven dat dit enkel de moeite is om doen wanneer het goed weer is, want anders zie je er wellicht niet veel van.
Voldaan rijden we door naar ‘Tekaka’, waar we een bezoekje brengen aan de ‘Te Pupu’-bronnen. Ze doen ons denken aan de ‘Hamurana springs’, met heel zuiver en helder water. Nergens ter wereld, buiten een plekje op Antartica, kan je zo helder water terugvinden. Een korte wandeling brengt je voorbij heel wat uitleg, wat ons brein alweer een beetje verruimd heeft met deze korte ontspannende wandeling.
Het begint ondertussen toch wel al een beetje laat te worden en beginnen alvast aan onze weg door de bergen. De nacht is zeer koud, het is duidelijk dat de zomer hier al stilletjes aan op zijn einde begint te komen.
Dinsdag 20 maart 2012
Het zonnetje probeert door de wolken te komen, wat ons alvast een mooi ochtendzicht oplevert over de bergen. Vandaag rijden we verder richting Christchurch over de ‘Lewis Pass’. De weergoden blijven helaas niet heel de dag goedgezind waardoor de zichten onderweg een beetje in de mist blijven, maar zelfs met dit wisselvallige weer is deze route de moeite. Eens in Christchurch pakken we onze valiezen in en doen nog een grote schoonmaak van de campervan, want morgen is er een grote dag 🙂
Wauw amigos…
Dit nemen ze jullie nooit meer af!!!!!
Ik jaloers??? nooit…alhoewel…:)
liefs
Oli4